Unieke samenwerking tussen Zeeuws-Vlaamse en Belgische basisscholen

Al jaren zien Zeeuws-Vlaamse scholen in grensdorpen met lede ogen veel leerlingen naar het Vlaamse basisonderwijs trekken. Ze kunnen er al vanaf tweeënhalf jaar terecht. Dat verklaart de grote aantrekkingskracht. In reactie daarop hebben Zeeuws-Vlaamse scholen, allereerst in Nieuw Namen in 2011, startgroepen opgericht. Kinderen kunnen daar al vanaf twee jaar komen, vijf dagdelen in de week, waarvan er drie gratis zijn. 

Startgroepen

In alle Zeeuws-Vlaamse grensdorpen zijn inmiddels startgroepen. En het werkt!  De startgroepen zijn een succes. Er komen kinderen die waarschijnlijk anders in Vlaanderen naar school zouden gaan. Echter is de financiering van startgroepen lastig, ze worden niet betaalt door de rijksoverheid. Het geld ervoor komt uit subsidies uit de regio; van scholengroepen, kinderopvang en gemeenten. Dat is echter geen oplossing voor de toekomst! 

Er is dus duidelijk een meer toekomstgerichte oplossing nodig, en die is bedacht in het kader van de discussies over de Regiodeal Zeeuws-Vlaanderen, waarin de rijksoverheid, de provincie en Zeeuws-Vlaamse gemeenten met maatschappelijke organisaties als scholenkoepels en kinderopvang samenwerken. Een deel van het geld van de Regiodeal wordt nu ingezet om samenwerking te zoeken met het basisonderwijs over de grens. Dat is uniek in Nederland!

Makkelijk of moeilijk? 

Nee, dit zal geen simpel project worden. Het onderwijs in Vlaanderen is heel anders georganiseerd dan in Nederland. De cultuur verschilt ook. Het Vlaamse onderwijs is strakker opgezet, maar de leermethodes sluiten wel op elkaar aan. Dat biedt perspectief voor een proef waarin twee basisscholen aan beide kanten van de grens gaan samenwerken. Welke basisscholen dat zijn is nog niet bekend; men hoopt voor de zomervakantie zo ver te zijn dat het tweejarige experiment in het nieuwe schooljaar kan beginnen.

Lees het hele artikel over deze unieke samenwerking in BN De Stem