Kan het IKC-bordje aan de muur? - Rianne Vons aan het woord

Wanneer ben je nu een IKC, wat maakt dat het bordje aan de muur geschroefd kan worden? Er zijn natuurlijk definities, deze gaan allemaal uit van één doorgaande ontwikkelingslijn, één  gezamenlijke pedagogische visie en dagarrangement, één team, één centrale aansturing en één organisatie. Er is geen officieel keurmerk zoals HKZ, ISO, geen GGD of Onderwijsinspectie die bepaalt of je een volwaardig IKC bent. Maar of jouw IKC voldoet, of je IKC-waardig bent, of je het bordje op de deur kunt spijkeren bepaal je vooral met elkaar, met je IKC-partners, met je bestuurders.

Ook in Zeeuws-Vlaanderen kennen we een redelijk aantal IKC’s en ook een redelijk aantal IKC’s in wording. In de IKC’s zie ik bevlogen medewerkers die dagelijks hun schouders zetten onder de ontwikkeling van kinderen, die vernieuwend bezig zijn en streven naar een samenhangend aanbod van onderwijs, ontspanning en talentontwikkeling en die schotten tussen organisaties willen weghalen.

Als je kijkt naar de definitie kan ik me vinden in vrijwel alle aspecten, zoals de gezamenlijke pedagogische visie, één team, en een gezamenlijk aanbod in dagarrangementen. Maar dan wordt het al wat minder vanzelfsprekend met één leidinggevende en één organisatie. Is het noodzakelijk om echt één kapitein op het schip te hebben en één organisatie te zijn. Is dit een voorwaarde voor succes?

Is het noodzakelijk om echt één kapitein op het schip te hebben en één organisatie te zijn. Is dit een voorwaarde voor succes?

Enkele jaren geleden hebben we in Zeeuws-Vlaanderen met vijf onderwijsbesturen en drie kinderopvangorganisaties de stap gezet naar het samenvoegen van scholen en kinderdagverblijven en daarna de volgende stap om deze om te vormen tot IKC’s. Op het punt van inhoudelijke kwaliteit en de ambitie om het beter te gaan doen voor kinderen, hebben we elkaar kunnen vinden. Daar worden we enthousiast van, dat levert ideeën en nieuwe ambities op.

Maar op het vlak van het komen tot één organisatie en één leidinggevende werd dit veel moeilijker en ingewikkelder. Want wie is dan de baas  in het IKC, en heeft dan bijvoorbeeld het onderwijs zeggenschap over de kinderopvang of vice versa? Dit is en blijft een dilemma en een spanningsveld. Wie heeft de dagelijkse leiding en wie stuurt de medewerkers aan? Is dat de grootste organisatie, is dat de degene die het meest aanwezig is? Het komen tot één organisatie, of het mandateren van de verantwoordelijkheden aan de andere organisatie, dat bleken te grote stappen en een kloof die niet snel overbrugt kon worden.

De conclusie: er was geen echte urgentie om dit te realiseren, misschien ook geen echte wil


De conclusie: er was geen echte urgentie om dit te realiseren, misschien ook geen echte wil, misschien zaten ego’s in de weg, of was er niet voldoende vertrouwen, onbekendheid en angst voor het nieuwe. Zorg om de eigen organisatie kan ook een rol spelen, of het verschil tussen privaat en publiek. Het speelt allemaal onomstotelijk mee bij zulke processen. Maar het was daarnaast ook geen reden om te stoppen met de IKC-vorming, daarom hebben we de route van de inhoudelijke kwaliteit gekozen en vooral voor een pragmatische aanpak.

Niet uitgaan van niet wat kan , maar juist wat kan er wel. En er kan best veell. Met een samenwerkingsovereenkomst kun je duidelijke afspraken maken over het inhoudelijke proces, de verantwoordelijkheden, aansturing, kosten en de inhoudelijke kwaliteitseisen. Dit hebben we vastgelegd met alle schoolbesturen en kinderopvangorganisaties in Zeeuws-Vlaanderen

Wanneer een locatie meldt dat ze zich willen gaan ontwikkelen tot IKC, faciliteren we dit gezamenlijk met procesbegeleiding en een duidelijke routekaart met kwaliteitsaspecten waar de samenwerking aan moet voldoen. Deze kwaliteitseisen zijn gebaseerd op de kwaliteitskenmerken geformuleerd door het landelijk Steunpunt Bredescholen.

De basisschooldirecteur en de leidinggevende van de kinderopvang zorgen samen voor de aansturing van het IKC

Bij de IKC-ontwikkeling gaan de teams aan de slag om de pedagogische visie te verwoorden en te beleven, nieuwe arrangementen uit te werken, de doorgaande lijn werkelijk vorm te geven en de schotten te slechten. Er komen nieuwe overlegstructuren, een IKC management team een IKC raad. De basisschooldirecteur en de leidinggevende van de kinderopvang zorgen samen voor de aansturing van het IKC. Een deel doe je samen en niet IKC-gerelateerde zaken doet ieder in zijn eigen werkveld. Het bordje kan aan de muur als de inhoudelijke kwaliteitseisen goed zijn beschreven, verwoord en doorleefd.

Natuurlijk is het niet altijd en overal geweldig en loopt de samenwerking soms stroef en moet er bijgestuurd worden. Maar er zijn voldoende ambities om nog veel IKC-bordjes aan de muur te spijkeren.

Met dank aan: https://www.zosja.nl/blog/blog-rianne-vons-kan-het-ikc-bordje-aan-de-muur/